250327 FD.nl Massale twijfel aan zonnepanelen en elektrische auto’s

AMSTERDAM Huurders blieven geen zonnepanelen, rijders van elektrische auto’s willen massaal terug naar een brandstofmodel en mensen met zonnepanelen zijn boos: er is veel onbegrip rondom belangrijke pijlers in de energietransitie. Dat heeft de overheid aan zichzelf te danken, zeggen consumenten: „Ik voel me bekocht.”

Corné Kuijpers zit in zak en as. „De overheid kan een streep door de salderingsregeling trekken, maar ik kan niet zomaar de huur van mijn zonnepanelen stopzetten”, zegt hij.

Hij had in 2021 niet genoeg geld voor de aankoop van een stel panelen, maar stuitte op een interessant alternatief: huur. Daarmee zou hij vele honderden euro’s per jaar besparen.

„Overal waar ik er toen eentje kón laten leggen, heb ik er ook eentje laten leggen.” Daarvoor had hij naar eigen zeggen twee redenen: „Het is een prettig idee dat ik geen energie uit vervuilende kolen meer gebruik. Maar we hoeven er niet geheimzinnig over te doen dat mensen ook aan hun portemonnee denken.”

Minder rooskleurig

Inmiddels voelt Kuijpers zich bekocht: dat financiële plaatje is een stuk minder rooskleurig geworden. Vooral het naderende einde van de salderingsregeling in 2027 haalt voor veel zonnepanelenbezitters een streep door de terugverdientijd: vanaf 2027 mogen huishoudens de stroom die ze te veel opwekken in de zomer, namelijk niet meer wegstrepen tegen hun verbruik in de winter.

Ook Egbert Ludema baalt daarvan. „Burgers werden jarenlang aangemoedigd om de energietransitie een handje te helpen. Daarbij werd een financieel plaatje geschetst, dat nu ineens niets meer waard blijkt. Het voelt alsof ze tijdens de wedstrijd de regels veranderen.”

Zo’n zelfde gevoel bekruipt Coert Westerink als hij zijn glimmende investering aanschouwt. Hij betaalde twee jaar geleden nog 18.000 euro voor 36 panelen. „Ik heb expres ingezet op overcapaciteit, ervan uitgaande dat ik zo veel mogelijk terug kon leveren.” Die overcapaciteit komt hem – en veel andere bezitters van zonnepanelen – nu alleen duur te staan: bij sommige energieleveranciers zijn de kosten voor het terugleveren van stroom hoger dan de vergoeding die consumenten daarvoor krijgen.

„De mensen kunnen me wel schieten”, zegt oud-energiecoach Klaas Vreeken. Hij raadde zijn klanten enkele jaren geleden nog aan om zonnepanelen op hun dak te leggen, maar baalt nu zélf van zijn aankoop. „Een paar jaar geleden kregen we nog te horen dat we een bijdrage leverden aan de energietransitie, straks worden we ervoor beboet. De overheid heeft het wantrouwen in de energietransitie aan zichzelf te danken.”

Elektrische auto

Coert Westerink was in eerste instantie van plan om een elektrische auto aan te schaffen – daarbij komt die overcapaciteit immers goed van pas – maar ziet daar toch vanaf. „Geen haar op mijn hoofd die er nog aan denkt. Een paar jaar geleden kon dat nog wel uit voor me, maar nu worden ze al duurder.”

Die animo voor elektrisch rijden is sowieso flink afgenomen, zo blijkt uit onderzoek van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Bijna een derde van de mensen met een elektrische auto wil al volgend jaar weer terug naar een brandstofauto. Dat heeft – net als bij zonnepanelen – te maken met slinkende voordelen: na dit jaar verdwijnt bijvoorbeeld de vrijstelling van motorrijtuigenbelasting.

En omdat de motorrijtuigenbelasting afhangt van het gewicht van de auto – hoe zwaarder de auto, des te hoger de belasting – en accu’s nogal wat wegen, zijn elektrische rijders straks duur uit. Ook voor Klaas Vreeken, die in 2021 een elektrische wagen kocht, zijn daarmee de druiven zuur. „Ik heb een Peugeot 2008, maar die weegt door de accu bijna 1650 kilo. Daarvoor kun je bijna een tank in de wegenbelasting stoppen”, zegt hij met gevoel voor overdrijving. Ook Vreeken wil in de toekomst weer overstappen op een brandstof- of hybride model.

De komende jaren is er voor rijders van elektrische auto’s nog wel een klein voordeeltje: ze betalen niet de volle mep aan wegenbelasting, maar 75 procent. Vanaf 2030 verdwijnt het fiscale voordeel volledig, en ook dat zet rijders van elektrische auto’s aan het denken: bijna twee derde wil in 2030 weer een brandstofauto. RVO noemt dat ’zorgwekkend’: elektrische auto’s moeten immers bijdragen aan de verlaging van de co2-uitstoot.

Daarmee heerst er rond twee belangrijke pijlers onder de energietransitie – elektrische auto’s en zonnepanelen – een negatief sentiment. Toch kan een investering in panelen op het dak zeker nog rendabel zijn, zo stellen experts : vooral het zelf verbruiken van de opgewekte stroom – kan de terugverdientijd drastisch verlagen.

Westerink heeft aan die boodschap niets: „Wij wekken zoveel stroom op, daar kunnen we nooit tegenop verbruiken.” Hij heeft zijn hoop nu op thuisbatterijen gevestigd, waarmee hij zijn stroom kan opslaan voor later. „Die ontwikkeling volg ik op de voet. Ik mag ook hopen dat de overheid dan over de brug komt met een regeling voor huishoudens die zich besodemieterd voelen.”

Deel dit bericht :