Toegang tot recht voor mensen met krappe beurs onder druk

De toegang tot het recht voor mensen die een laag inkomen hebben staat onder druk. De overheid moet maatregelen nemen die de sociaal advocatuur aantrekkelijker maken.

De overheid verhardt en het huidige kabinet heeft maar weinig oog voor mensen met een kleine beurs die het moeilijk hebben. Onder de vorige minister voor Armoede, Participatie en Pensioenen Carola Schouten was er een versoepeling te zien in de manier waarop de overheid in haar instellingen omgaat met minima. Nu heerst er vooral onduidelijkheid, vindt advocaat/mediator Jeroen Achterveld, rechtsbijstandsverlener, gespecialiseerd in het arbeids- en sociaal zekerheidsrecht bij De Friese Rechtshulp in Leeuwarden.

Hij reageert op het nieuws dat de sociale advocatuur in Nederland onder druk staat, na onderzoek van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) en de Commissie Van der Meer afgelopen maandag. De problemen voor de sociale advocatuur komen vooral door de vergrijzing onder advocaten die veel aan sociale rechtshulp doen: ongeveer 23 procent van de advocaten.

Sociaal advocaten verlenen gesubsidieerde rechtsbijstand – de zogenoemde toevoeging – aan mensen met een laag inkomen. Zo’n 33 procent tot 40 procent van de Nederlanders komt daarvoor in aanmerking. Jonge mensen werven is in deze sector al langere tijd lastig, maar het probleem wordt dringender doordat een groot aantal advocaten de pensioenleeftijd nadert. Van de advocaten die sociale rechtshulp doen is 31 procent ouder dan zestig jaar en slechts 1 procent jonger dan dertig. In de komende tien jaar gaat 30 procent van alle sociaal advocaten met pensioen, terwijl er volgens de NOvA te weinig jonge instroom is.

Weinig geld

De sociale rechtshulp krijgt al jaren in verhouding weinig geld en gaat gepaard met veel bureaucratische rompslomp. Bovendien hebben hogere griffiekosten het duurder gemaakt om naar de rechter te gaan. Daardoor komt de toegang tot het recht in het geding voor mensen die weinig kunnen betalen, zo luidt de kritiek. En dat is funest is voor de rechtsbescherming van burgers aan de onderkant van de samenleving.

Achterveld, van maatschap De Friese Rechtshulp, is twintig jaar werkzaam als rechtsbijstandverlener, de meeste jaren als advocaat. Hij is gespecialiseerd in het arbeidsrecht en het sociaal zekerheidsrecht. Daarnaast doet hij veel zaken op het gebied van huur- en het algemene civiele recht. Bij dit laatste gaat het bijvoorbeeld om geschillen over koopovereenkomsten en problemen met nutsleveranciers over gas, water, telefoon en dergelijke.

De Friese Rechtshulp is min of meer een voortzetting van het vroegere Buro voor Rechtshulp, dat later opgegaan is in Rechtshulp Noord Advocaten. Bij dit kantoor zijn Achterveld en zijn partner in de maatschap Foekje Hofstra beide als advocaat werkzaam geweest. Nadat Rechtshulp Noord Advocaten Leeuwarden is opgehouden te bestaan zijn zij als De Friese Rechtshulp verder gegaan.

Idealistisch

Om actief te zijn in de sociale rechtshulp moet je volgens Achterveld als advocaat idealistisch zijn en ervan overtuigd zijn dat het bieden van rechtsbijstand meer is dan alleen geld verdienen. „Je kunt van alles vinden van mensen die een bijstandsuitkering hebben maar ik vind dat iedereen het recht heeft op juridische hulp zodat hun zaak in ieder geval goed verloopt. Mensen moeten toegang tot het recht hebben.”

Het verlenen van hulp via een toevoeging is aan strenge regels gebonden (zie kader). „Als je alleen van gesubsidieerde rechtshulp wilt leven, dan houd je het als advocaat niet lang uit. Maar als je er handig in bent en veel ervaring hebt, dan kun je het misschien redden in het vastgestelde aantal uren en kun je er iets aan overhouden”, zegt Achterveld.

Een probleem waarmee mensen met een kleine beurs op dit moment worstelen is volgens Achterveld de ingewikkeldheid van de wetten waarmee ze te maken hebben. „De WIA is bijvoorbeeld heel complex. Het kabinet heeft veel geld gestoken in advies geven aan mensen, maar met alleen gratis advisering ben je er niet. Cliënten hebben echt professionele juridische hulp nodig om hun weg te vinden in de ingewikkelde wetgeving.”

Mensen die het zonder hulp van een advocaat denken te kunnen stellen lopen vaak tegen een muur op, vooral als het gaat om rechtszaken. Ze kennen niet de juiste juridische argumenten en realiseren zich niet dat een rechter juist hierop zijn oordeel velt. Als hij die dingen niet hoort, dan gaat het voor mensen die zichzelf vertegenwoordigen vaak mis.

Weinig open houding

Volgens Achterveld helpt het ook niet dat overheidsinstellingen op dit moment een weinig open houding hebben en niet genegen zijn om mee te werken met de cliënt en zijn juridische vertegenwoordiger. „Het is de tijdgeest. Zo’n tien tot vijftien jaar geleden kon je als iemand die juridische bijstand verleent in goed overleg met de organisaties wel wat bereiken, nu zijn de regels meer rigide en lijken instellingen zich sneller in te graven in loopgraven en beland je daarom in rechtszaken, terwijl dat volgens mij helemaal niet nodig is.”

„Vooral het stopzetten van een uitkering van een cliënt is een gigantisch probleem. Hierdoor ontstaan schulden, kunnen mensen de huur niet meer betalen en raken ze gemakkelijk dakloos. Dan zijn de problemen niet meer te overzien en belanden mensen in uitzichtloze situaties, en kost het de samenleving uiteindelijk veel meer geld dan waar het in eerste instantie om ging.”

Tweede Kamer

De problemen waarmee de sociale advocatuur worstelt zijn ook partijen in de Tweede Kamer opgevallen. De SP heeft voor de begroting van 2025 extra budget gevraagd om de gesubsidieerde rechtsbijstand te versterken. De partij wil dat het kabinet jaarlijks vijftig miljoen euro extra uittrekt voor de sociale advocatuur. Met het geld kunnen de vergoedingen voor toevoegingen worden verhoogd. Het is echter de vraag of dit voorstel het zal halen.

Ook de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland (VSAN) luidt opnieuw de noodklok over het gebrek aan concrete plannen voor sociaal advocaten. De vereniging komt met een aantal snel uitvoerbare maatregelen, die jaarlijks tweehonderd nieuwe sociaal advocaten het veld in zouden moeten krijgen. Onderdeel is 15.000 euro begeleidingsvergoeding per stagiair per jaar, een garantiefonds een voorschotregeling voor sociaal advocaten.

<FD.05.03.2025>

Deel dit bericht :